Tussen hun derde en vierde jaar kunnen peuters echt last hebben van de peuterpubertijd inclusief bijbehorende driftbuien.
Hoewel de verleiding groot is om streng op te treden, is negeren nog altijd de beste strategie. Als het kind is uitgeraasd kunnen een kort gesprekje en een knuffel de lucht weer klaren. Eenvoudig is het niet. Icare JGZ biedt daarom ook diverse cursussen en workshops in het omgaan met je peuter. Naast nuttige tips brengt zo’n bijeenkomst ook lotgenotencontact, wat soms heel prettig kan zijn.
Praten
Het praten gaat steeds beter. In deze periode lijkt het soms alsof hij wat meer taalfouten gaat maken, maar dat komt doordat hij werkwoorden probeert toe te passen in de juiste tijd. Ook komen sommige klanken nog steeds niet vloeiend over zijn lippen. Een kleuter die ‘taas’ zegt tegen ‘kaas’ is meer regel dan uitzondering.
Stotteren
Soms denkt een kind sneller dan hij kan praten. In dat geval kan hij gaan stotteren, hierdoor creëert hij de tijd om het einde van een zin te bedenken. Je helpt een kind dat stottert door zelf langzamer te gaan praten, hem niet in de rede te vallen of zijn zinnen aan te vullen. Als het stotteren langer dan een paar maanden aanhoudt kun je het aankaarten bij het consultatiebureau. Dat geldt zeker wanneer stotteren in de familie zit.
Meer info over stotteren is te vinden op www.ledenvereniging.nl of ww.nvvs.nl/foss
