Doorgaan naar inhoud
Zoeken
Waar ben je naar op zoek?
Bekijk onze veelgestelde vragen.
Menu
20221124Icarejgz 113 Kleiner

Onderzoek ogen

Als er afwijkingen aan de ogen en het gezichtsvermogen zijn, is het goed dit zo vroeg mogelijk op te sporen. Denk bijvoorbeeld aan een lui oog, een scheel oog of het niet goed kunnen zien op een bepaalde afstand.

De ogen van jouw kind worden gecontroleerd op aangeboren staar. Voor een optimale beoordeling is het nodig om vóór de leeftijd van 3 maanden, twee keer vast te stellen dat het licht in de ogen goed doorvalt.
Ook de oogfuncties worden gecontroleerd. Dat zijn de oogbewegingen, pupilreacties en de stand van de ogen. Om een goed beeld te krijgen, wordt het oogfunctie-onderzoek tweemaal uitgevoerd voor het derde levensjaar.

Vasstellen gezichtsscherpte

Naast het controleren van de oogfuncties, is het ook belangrijk om de gezichtsscherpte vast te stellen. Dit gebeurt via een ogentest. Bij kinderen van 3 jaar gebeurt zo'n test alleen als het nodig is. Een ogentest wordt altijd gedaan voordat jouw kind vier jaar wordt.  

Je merkt zelf niet altijd dat jouw kind minder goed ziet. Het ene oog kan het andere gaan compenseren, waardoor het niet opvalt dat het zicht slechter is. Wanneer je bijzonderheden opmerkt, dan kun je dit aangeven tijdens het consult. Als het nodig is, dan word je doorverwezen naar bijvoorbeeld een oogarts. 

Ogentest bij 3 jaar

De ogentest voor kinderen van 3 jaar wordt alleen uitgevoerd als er twijfel bestaat of jouw kind wel goed kan zien. Zij krijgen de ogentest met nieuwe plaatjes. 
Tijdens de ogentest wordt één van de ogen afgedekt en benoemt jouw kind de plaatjes van de test. 

Ogentest bij 4 jaar

Rond de leeftijd van drie jaar en negen maanden krijgt jouw kind een ogentest met de E-hakenkaart. Hierop staat de E op vier verschillende manieren, van groot naar klein. Je kind krijgt een speciale bril op. Met een harkje in de vorm van een E kan het daarna de afbeelding nadoen die op de kaart wordt aangewezen.