Blog van Alita van Keulen, lactatiekundige Icare JGZ
Naast dat ik (aanstaande) ouders begeleiding bied bij borstvoeding, geef ik als lactatiekundige ook scholingen aan collega’s in de jeugdgezondheidszorg. Dat is altijd erg leuk om te doen. Ik ga in op vragen die er leven bij jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen als het gaat om borstvoeding. En die kunnen heel divers zijn.
Een vraag die ik regelmatig hoor is: “Wat kan ik een moeder adviseren met een hoge moedermelkproductie”. Want evengoed dat te weinig aanmaak van moedermelk een probleem kan zijn, geldt dit ook voor het tegenovergestelde: te veel aanmaak van moedermelk. We noemen dat met een mooi woord ook wel hyperlactatie. Naast dat het voor de moeder ongemak kan betekenen, kan het voor de baby ook heel vervelend zijn.
Wat voor verschijnselen zie je vaak bij de baby
Gulzig drinken, daardoor veel boeren en verslikken, spugen en refluxklachten.Onrust tijdens en na het drinken, niet tevreden na het voeden, extra darmkrampen; je hoort de darmen ‘rommelen’. Soms zie je dat kinderen veel of juist weinig groeien en de ontlasting kan er vreemd uitzien, schuimig en groenig. Dit omdat de baby te weinig vettere melk binnenkrijgt, wat zorgt voor een goede vertering.
Symptomen bij de moeder
Moeders geven aan dat ze blijvende stuwing ervaren. Na het voeden voelen de borsten nog steeds vol aan en blijven ‘lekken ’tussen de voedingen. Ook tijdens het voeden kun je een sterke toeschietreflex ervaren. Doordat de borsten niet altijd goed geleegd worden, is er een verhoogde kans op borstontsteking.
Maar wat kun je doen?
Ook al klinkt het tegenstijdig, het kan helpen om de borsten een keer eenmalig helemaal leeg te kolven. Een soort van ‘resetten’. Hoogstens na 24 uur nog eenmaal herhalen, maar niet te vaak want dan stimuleer je de productie juist meer.
Je kunt één borst per keer geven, maar let dan op dat de andere borst niet te gestuwd raakt. Probeer niet teveel steeds ’weg te kolven’ voor het voeden, dit stimuleert juist de aanmaak en dat is nu net wat je niet wilt.
Blokvoeden wil ook nog wel eens helpen. Dat houdt in dat je de dag in blokken van een aantal uur indeelt, bijvoorbeeld 3 uur. Wanneer de baby zich dan meldt, geef je binnen die drie uur steeds dezelfde borst. Het kind krijgt hierdoor de meer vettere melk binnen. Het maagje zal doordoor gekalmeerd worden en het kindje een verzadigder gevoel geven. Je beperkt niet het aantal voedingen, maar wel het aantal keren dat hij de andere borst krijgt aangeboden.
Let ook op houding waarin gevoed wordt. Tegen de zwaartekracht in laten drinken wil ook wel helpen, ofwel ‘achteroverleunend voeden’. In dit artikel van LLL staat mooi beschreven hoe je dit doet.
Meer hulp nodig?
Bij aanhoudende klachten is het verstandig om een lactatiekundige in te schakelen voor een observatie van een voedingsmoment. Neem hiervoor contact om met de lactatiekundigen van Icare JGZ.