Moedermelk is goed voor je kind. Het bevat precies de juiste voedingsstoffen, in de juiste hoeveelheid en samenstelling. Daarnaast bevat borstvoeding unieke afweerstoffen.
Op verzoek
Om de borstvoeding op gang te krijgen, is het belangrijk om je kindje regelmatig aan te leggen. Tijdens de eerste weken is er in de meeste gevallen nog geen sprake van een vast ritme. Je kindje geeft aan wanneer het honger heeft en dan mag je het direct laten drinken. De eerste weken zal dit gemiddeld 8 tot 12 keer per etmaal zijn. Na een paar weken krijgt je kind meestal een eigen ritme.
Hoe leg je je baby aan?
Tijdens het aanleggen, of dat nu liggend of zittend is, is het belangrijk dat de baby je tepel en tepelhof goed pakt. Dit verkleint de kans op tepelkloven en pijnlijke tepels. Het is handig om beide borsten evenveel te gebruiken. Laat je baby eerst de ene borst goed leegdrinken en leg hem daarna aan bij je andere borst. Bij de volgende voeding begin je bij de borst die je hem het laatst gegeven hebt.
Regeldagen
Af en toe kan je baby een paar dagen wat uit zijn doen zijn. Hij is wat huilerig en wil vaker drinken dan anders. Dit noemen we de zogenaamde regeldagen. Deze treden op rond een leeftijd van tien dagen, drie weken, drie maanden en zes maanden. Je baby maakt dan een groeiperiode door en vraagt vaker om een voeding. Zo ‘regelt’ hij dat de melkproductie toeneemt, zodat die weer aansluit bij zijn behoeften.
Vitamine K en D
Je kind heeft vitamine K nodig voor een goede bloedstolling. Baby's die borstvoeding krijgen hebben vanaf de achtste dag van hun geboorte tot en met twaalf weken dagelijks 150 mcg vitamine K nodig. In kunstvoeding is al voldoende vitamine K aanwezig.
Vitamine D stimuleert de botontwikkeling. Vanaf de achtste dag tot zijn vierde levensjaar heeft je kind hiervan 10 mcg per dag nodig. Het maakt daarbij niet uit welke soort voeding hij krijgt (borstvoeding, flesvoeding en/of andere voedingsmiddelen).
Afkolven
Wanneer je weer gaat werken of er af en toe eens een dagje uit wilt, maar de baby toch wilt blijven voeden met moedermelk, is afkolven een goede optie. Dit kun je doen met de hand, met handmatig- of met een elektrisch kolfapparaat. Om te voorkomen dat je baby de fles gaat weigeren, is het slim om daar al mee te beginnen tussen de vierde en zesde week. Eerder oefenen heeft geen zin, hierdoor kan je baby kans maken op zuigverwarring.
Een goede tip: zorg dat je tijdens het wennen niet ziet zelf in de buurt bent van je baby. Want als hij jou ziet of hoort, zal hij de fles misschien wat minder gemakkelijk accepteren.
Kolven tijdens werktijd
Tijdens de eerste negen maanden na je zwangerschapsverlof heb je volgens de Arbeidstijdenwet het recht om onder werktijd je baby te voeden of om af te kolven. Je werkgever moet hiervoor een afsluitbare verwarmde en hygiënische ruimte beschikbaar stellen. Lees meer over kolven en het bewaren van moedermelk in deze folder.
Vragen?
Als de borstvoeding toch een beetje tegenvalt, als je baby veel huilt of je het gevoel hebt dat hij niet genoeg voeding krijgt, kun je de jeugdverpleegkundige om advies vragen of via het consultatiebureau contact opnemen met de lactatiekundige. Zij is gespecialiseerd in borstvoeding. Meer informatie over borstvoeding kun je vinden via www.borstvoeding.nl, via www.borstvoeding.com of in de folder Borstvoeding.