De ogen
In de eerste weken ziet een baby alleen het contrast tussen licht en donker en kan het felle kleuren onderscheiden. Naarmate hij ouder wordt gaat hij steeds scherper zien. Tip om het zicht te stimuleren: hang een felgekleurde mobile boven de box.
Bewegen
Al voor zijn geboorte kan de baby duimzuigen, zijn beentjes bewegen en zijn handjes openen en sluiten. In het vruchtwater voelt dat anders dan in de open lucht. Dus moet hij na zijn geboorte al die bewegingen opnieuw aanleren. Tijdens de eerste zes maanden wordt de basis voor een goede motorische ontwikkeling gelegd. Het is daarom belangrijk om hem regelmatig de ruimte geven om te bewegen en hem niet te lang en te vaak in een autostoeltje of maxicosi te laten zitten. Tip: leg de baby af en toe even op de buik in de box, terwijl jij erbij bent. Zo moet hij meer moeite doen om om zich heen te kijken en traint hij ongemerkt zijn spieren.
Lichaamstaal
Je baby kan nog lang niet praten, maar laat door zijn lichaamstaal zien hoe het zich voelt. Zo geeft een open blik interesse aan, open handjes ontspanning, gestrekte handjes een schrikreactie, het knipperen met de ogen is een begroeting, het wegkijken het einde van een spelletje. Het mooiste moment is voor veel ouders de eerste lach, die verschijnt zo rond de zesde week.
Duim of speen
Veel baby’s hebben ook behoefte om te zuigen als ze geen voeding krijgen en zuigen dan op hun duim. Omdat duimzuigen de stand van de kaken en de tanden kan veranderen is een speen een goed alternatief. Bovendien is het speenzuigen op latere leeftijd op gemakkelijker af te leren dan duimzuigen. Bij borstvoeding is het verstandig om pas te beginnen met een fopspeen als de borstvoeding goed verloopt, dit om zuigverwarring te voorkomen.
Meer weten over de ontwikkeling van je baby? Klik dan hier
