Doorgaan naar inhoud
Zoeken
Waar ben je naar op zoek?
Bekijk onze veelgestelde vragen.
Menu
Shutterstock 1489911038

Taalontwikkeling van je kind

Een normale taalontwikkeling

Als jouw baby gaat brabbelen, dan oefent hij hiermee allerlei geluiden en klanken. Rond de 8 maanden wordt het brabbelen gevarieerder en vanaf de eerste verjaardag zijn er steeds meer woordjes te horen. Dit noemen we ‘eenwoordzinnen’.

Deze woordjes hoeven nog niet goed uitgesproken te worden. Als ouder begrijp je vaak de eigen taal van je kind. Dit bestaat uit geluiden (boe, toetoet) en woordjes (papa, mama, mijn, die). Hiermee groeit het onderling contact met jou en anderen, de communicatie neemt toe en de spraak- en taalontwikkeling groeit.

Tussen het eerste en tweede levensjaar gaat jouw kind steeds meer woorden kennen en uitspreken. Jouw kind kan eenwoordzinnen combineren en zo ontstaat de ‘tweewoordzin’. Denk aan 'Mama die', 'Auto boem', 'Opa ook', 'Pop eten!'. Rond de leeftijd van 1,5 jaar weet jouw dreumes al zo’n 50 woorden en dat breidt zich uit tot 300 woorden rond het tweede levensjaar.  Vanaf dat moment zijn steeds meer tweewoordzinnen te horen en ontwikkelt zich de taal naar ‘driewoordzinnen’ en verder.

Een driewoordzin krijgt ook al een zinsstructuur, zoals 'Die moet daar', 'Poes gaat slapen', 'Mama ook mee?'. Jouw dreumes begrijpt eenvoudige aanwijzingen. Het herkent de eigen naam, namen van voorwerpen en het begrijpt meestal meer van de taal dan dat het op dat moment kan zeggen. 

Je kunt taalontwikkeling stimuleren 

Bij spraak en taal gaat het om het contact met elkaar. Daarvoor is oogcontact nodig. Je kunt dit op de volgende manier doen:

  • Ga op ooghoogte spelen met je dreumes. Volg het spel van jouw dreumes en geef woorden aan alles wat er gebeurt.
  • Stimuleer bij het spelen het beurtgedrag, net zoals er om de beurt met elkaar gesproken wordt.
  • Herhaal eenwoordzinnen tijdens het spelen, om je dreumes de kans te geven dit woord of geluid te imiteren. Als je dreumes een woord kan nazeggen op zijn of haar eigen manier, dan kan er taal aan toegevoegd worden.
  • Let erop of er nog gedeelde aandacht is voor het spelen en of je dreumes luistert en reageert op jouw contact. 

Deze vier punten zijn de voorwaarden om tot spreken te komen, aangevuld met de principes dat jij jouw dreumes volgt, je aanpast aan wat hij doet en zegt en vervolgens taal en spelideeën toevoegt.  

Je kunt het stimuleren van taalontwikkeling op elk moment doen. Bij het spelen binnen en buiten, maar ook bij de dagelijkse activiteiten, zoals bij de maaltijden, boodschappen doen, aan- en uitkleden, liedjes zingen en het lezen van boekjes. 

Shutterstock 1826445959

Handig om te weten voor een gezonde taalontwikkeling

  • Een dreumes leert het meest van vaste, vertrouwde personen uit zijn omgeving. Hij kan dus ook van deze personen een tweede of derde taal leren.
  • Een dreumes leert nog niets van beeldschermen en schermtijd heeft schadelijke invloed op onder andere de ogen, aandachtspanne en de nachtrust.
  • Een dreumes eet met de pot mee, heeft geen speen meer nodig en kan drinken uit een beker. Zo kan de mond en daardoor ook de spraak zich goed ontwikkelen.
  • Elk kind kan een gratis bibliotheekpas krijgen, waarmee boeken kunnen worden geleend voor het voorlezen, het aanwijzen van voorwerpen die je als ouder benoemt en het uitspreken van namen van voorwerpen. 

Onthoud ook dat elk kind zich in eigen tempo ontwikkelt. Variaties op de gemiddelde ontwikkelingslijn hoeven niet direct zorgelijk te zijn. 

Maar wanneer is het wel handig om aan de bel te trekken?

Een aantal signalen kunnen verband houden met een afwijkende taalontwikkeling. Denk aan: 
•    Jouw kind heeft amper gebrabbeld en de eerste woordjes blijven uit.
•    Jouw kind schrikt steeds als het jou ziet. 
•    Jouw kind maakt niet veel oogcontact, het speelt liever alleen dan met jou.
•    Jouw kind komt niet verder dan de eerste woordjes en leert er niet veel bij.
•    Jouw kind zegt een woord één keer en daarna niet meer.
•    Jouw kind is vaak verkouden, heeft oorproblemen, ademt door de mond, kwijlt.
•    Jouw kind raakt gefrustreerd als het niet begrepen wordt. 
•    Jouw kind begrijpt alles, maar zegt nog weinig. 

Herken je een of meer signalen en maak je je zorgen of heb je vragen hierover? 
Bespreek dit op jouw consultatiebureau. De professionals kunnen dan inschatten of het nodig is jullie door te verwijzen naar de logopedist.