Doorgaan naar inhoud
Zoeken
Waar ben je naar op zoek?
Bekijk onze veelgestelde vragen.
Menu
Shutterstock 2318336125

Opvoeden

Opvoeden betekent dat je als ouder je kind begeleidt en steunt bij de ontwikkeling. Zo wordt je kind iemand die zelfstandig kan meedoen in de samenleving. Maar, hoe doe je dat als ouder? En wat kun je verwachten in de ontwikkelingsfase waarin je kind nu zit?

Tijdens dit proces heb je als ouder(s) soms vragen. Hieronder vind je veelgestelde vragen over het opvoeden van je kind. Klik op de vraag om het antwoord te lezen.

Opvoeden

Nee, een jonge baby kun je niet verwennen. Baby’s huilen omdat ze iets nodig hebben: eten, een schone luier of een knuffel. Als je daarop reageert, voelt je baby zich veilig en geliefd. Dat is belangrijk voor de ontwikkeling van je kind. Snel en liefdevol reageren op de signalen van je baby helpt namelijk bij een gezonde hechting en hersenontwikkeling. Dit vormt de basis voor zelfvertrouwen, emotieregulatie en sociale vaardigheden later.

Slapen is essentieel voor de groei en ontwikkeling van je baby. In de slaap herstelt je baby en worden nieuwe hersenverbindingen gelegd. Het is ook goed voor het immuunsysteem. Zorg voor een veilige slaapomgeving en een rustige, regelmatige slaaproutine.

Een jonge baby heeft vaak hulp nodig om in slaap te vallen, zoals vasthouden of wiegen. Als jij en je baby eraan toe zijn kan je gaan oefenen met het zelf in slaap leren vallen.  Dit doe je door je baby in bed te leggen zodra hij slaperig is, maar nog wakker.  Probeer ook een vast slaapritueel in te stellen. Dit maakt het voor je baby duidelijk dat het tijd is om te gaan slapen. Zo kan hij leren zelf in slaap te vallen. Reageer rustig en troostend als je baby onrustig wordt. 

Heb je vragen over het slaappatroon van je kindje, neem dan contact op met een consultatiebureaumedewerker

Jonge baby's hebben een korte slaapcyclus van ongeveer 45 minuten. Het lukt nog niet altijd om meerdere slaaprondes achter elkaar te slapen. Naarmate je baby ouder wordt, leren veel baby's om langere slaapjes te doen.   

Probeer je baby als hij na een kort slaapje wakker wordt, in bed gerust te stellen. Soms lukt het hem dan weer verder te slapen. 

Het is normaal dat kinderen soms driftbuien hebben, vooral als ze jong zijn. Dit komt vaak voor bij kinderen van 1 tot 4 jaar, wanneer ze nog leren om hun emoties te begrijpen en te uiten. Het kan zijn dat ze gefrustreerd raken omdat ze iets niet kunnen krijgen of doen. Soms kun je een driftbui van tevoren zien aankomen en het stoppen door je kind af te leiden of iets anders aan te bieden. Het is belangrijk om rustig te blijven en je kind te helpen kalmeren. Het kan ook helpen om duidelijke grenzen te stellen en een voorspelbaar ritueel aan te bieden. 

Als je merkt dat de driftbuien vaak of intens zijn, kan het fijn zijn om met je consultatiebureaumedewerker te praten voor advies.

Elk kind is anders, maar meestal beginnen kinderen tussen de 18 maanden en 3 jaar interesse te tonen in zindelijkheid. Begin met zindelijkheidstraining wanneer je merkt dat je kind er klaar voor is, bijvoorbeeld als hij aangeeft een vieze luier te hebben, of als hij gebruik wil maken van het potje. Oefen op een ontspannen manier en geef complimentjes. Zindelijkheidstraining is een proces, dus het is normaal dat het even kan duren. 

Heb je twijfels? Bespreek het gerust met je consultatiebureaumedewerker.

Peuters kunnen slaan of bijten omdat ze nog bezig zijn met het leren van hun emoties en hoe ze die op een goede manier kunnen uiten. Slaan of bijten kan gebeuren uit frustratie, vermoeidheid of omdat ze nog niet goed kunnen zeggen wat ze voelen. Het is belangrijk om rustig en duidelijk te reageren. Zeg bijvoorbeeld “nee, dat mag niet”. Leg vervolgens rustig uit wat wél mag en help je kind om emoties te benoemen.  

Als dit vaak voorkomt, kan het helpen om met je consultatiebureaumedewerker te praten voor extra tips.